Notenbomen
De stam van een notenboom is licht gekleurd, grijsgroen en licht op tussen andere bomen in de winter. Ze staan graag op kleigrond, zoals in de Betuwe en in Zeeland. Nederland is het noordelijkste land waar ze goed kunnen groeien, nog noordelijker zijn de winters te koud en bevriezen de takken en de bloemknoppen. Het Franse klimaat is ideaal, hier geven ze een rijke oogst.
Notenboom planten
Noten groeien wat langzaam, maar wel gestaag door. Bedenk goed waar je hem plant, geef hem de ruimte. Reken op een uiteindelijke kroon van circa 8 tot 10 meter doorsnede. Een boom die te groot wordt is met snoeien in vorm te houden, bij een noot ligt dat wat gevoeliger. Lees meer over bomen planten.
Notenboom snoeien
Zorg voordat je begint voor het juiste tuingereedschap. Denk aan een scherpe snoeischaar en eventueel een takkenzaag.
Bij de noot komt al vroeg in de winter de sapstroom op gang. Snoei je hem in deze periode, dan blijft de boom bloeden uit de wonden. Deze wonden blijven dagenlang druipen en zijn een infectiebron. Smeer eventuele wonden in met sigaren of houtas, dat stelpt het bloeden.
Snoei daarom pas in het voorjaar (maart) de dode punten uit de takken die bevroren zijn. Knip alleen de dode punten weg en laat wel een stukje dood hout zitten. Als de boom toch te groot dreigt te worden, snoei dan midden in de zomer in juni of juli als de boom vol in het blad zit. De wonden gaan nu niet bloeden en overgroeien meteen. Spaar de takken waar de jonge noten aangroeien. Stel de snoei niet later uit dan augustus.